Fiona.

Enkele weken geleden kreeg ik een mail van een vriendin, Teya. Zij zet zich in voor Collies en Shelties. Dat er een Collie geplaatst was bij iemand en dat dat dier, Fiona genaamd, na twee dagen was weggelopen. Ze dacht opeens aan mij en vroeg of ik met de foto van Fiona contact kon maken.
Daar had ik dus helemaal geen ervaring mee, maar dacht proberen kan altijd.
Ik stemde me af op de hond wat vrij snel ging en vroeg waar ze was. In een flits kreeg ik beelden van weilanden en schuren zoals die in westernfilms te zien zijn. Ik dacht, wat gek, maar goed mailde dit toch maar terug.
Zij mailde dat weer naar de eigenaar van de hond en ik kreeg een mail terug dat het klopte, zulke schuren waren er daar in de omgeving. De eigenaar had de moed al opgegeven want ze was al drie weken weg.
Ik weer contact gemaakt met Fiona en zij liet mij wat andere dingen zien. Ze liet zien wat zij zag, een maïsveld omgeven door prikkeldraad midden in een weiland. Ze gaf aan dat ze honger had en moe was.Ze was tenslotte al drie weken weg. Dit wederom gemaild en de bazin herkende de plaats en ging daar zoeken. Helaas geen Fiona.
Overal in het dorp hingen foto’s met gegevens van Fiona. En twee dagen later kreeg de bazin een telefoontje, Fiona was gezien bij het maïsveld. Die man die haar gezien had, had eten neer gezet en dat was op. Er was weer hoop, ook voor de bazin die de moed al opgegeven had. Weer een zoektocht, maar zonder resultaat.
Elke dag maakte ik even contact met Fiona om te kijken waar ze was en hoe ze er aan toe was.

Op een dag voelde zij doodmoe aan, net alsof ze zich voortsleepte, totaal uitgeput. Ik dit gelijk gemaild naar Teya en zij weer naar de bazin , deze was namelijk een Duitse en mijn Duits is echt erg, dus alles liep via Teya.
Ik kreeg ’s avonds een mail terug, ze hadden eten neergezet met slaapmiddel erin. Toen viel het kwartje bij mij, daarom was ze moe en uitgeput, helaas was het slaapmiddel niet afdoende geweest en was Fiona nog steeds aan de wandel.
Wat ik wel even uit moet leggen is dat Fiona bijna haar hele leven in een asiel had gezeten, niet gesocialiseerd was, alles eng vond en geen vertrouwen had in mensen. Dus erg moeilijk om haar zo even te roepen en te pakken.

Op een dag kreeg ik weer een mail van Teya, haar vriend Frans ging zelf zoeken. Het vrouwtje van Fiona had het erg druk met andere bezigheden ondanks alles wat Fiona doorgaf, had zij geen tijd om te kijken.
Wij zouden telefonisch contact hebben als hij er was, dan maakte ik contact met Fiona en hoopte er op die manier achter te komen in welke omgeving ze nu eigenlijk zat. Zo gezegd zo gedaan, Fiona liet van alles zien terwijl ik Frans aan de telefoon had. Hij herkende de plaatsen die ik omschreef en ging op zoek.
Anderhalf uur later belde hij weer terug. Ik kan haar niet vinden, opeens kreeg ik een beeld van een prullenbak of brievenbus, ja zei hij, die zie ik. Ik zei: vanaf de prullenbak een rechte lijn naar het maïsveld, daar zit ze. Heeft ze me horen roepen, vroeg Frans. Ik zei nee, fluiten kan dat?
Hij zei, ja op twee plekken heb ik gefloten, dan ga ik daar weer zoeken.
Teya en ik maar duimen, kaarsjes opgestoken in de hoop dat dat arme beest gevonden zou worden. Ik had tijdens het contact gezegd dat Frans er was en dat ze naar hem toe moest gaan, dat hij heel lief was en haar wilde helpen. Ze was zo bang dat ze het niet durfde. ‘s Avonds kreeg ik een mail van Frans, hij was er doodziek van. Hij had haar gevoeld, ze was zo dichtbij maar het gras was zo hoog dat het tot je middel kwam en het weiland had de grootte van een woonwijk.
Daar is geen zoeken aan. Dus met lege handen naar huis.
De contacten die ik had met Fiona, daar kwam steeds duidelijk uit dat ze lichamelijk hard achteruit ging. En geen puf meer had en het voor haar niet meer hoefde. Inmiddels was ze al zes weken weg.

Op een woensdagochtend kreeg ik een mail van Teya. Frans ging ’s middags weer, het liet hem niet los. Hij vertrok om 16.00 uur na zijn werk. Het was twee uur rijden dus vanaf 18.00 uur moest ik paraat zijn.
Ik maakte contact, voelde dat Fiona heel zwak was, weer gezegd -laat je zien, je krijgt het goed. Ze gaf duidelijk aan op welke hoogte ze lag, want meer deed ze niet.
Hij ging daar ook zoeken en vond wel een platgedrukte plek waar een dier had gelegen, maar geen Fiona.
Om 20.00 uur belde hij weer op en Fiona had mij palen laten zien drie stuks. Ik zei als je het maïsveld aan je linkerhand hebt, dan heb je rechts drie palen klopt dat? Het antwoord was ja.
Bij de middelste paal richting het hek staan witte bloemen, onkruid en hoog, ergens op dat veld, staan die witte bloemen heel gecentreerd en veel bij elkaar, daar moet je zijn. Het bijzondere was dat het allemaal klopte, ik ben daar nog nooit geweest en wist ook niet dat je op deze manier contact kon hebben, met een dier via een foto, die mij dit soort informatie kan geven. De volgende dag had ik een naar gevoel en zat te mailen met Teya. Zij is ook bezig op het spirituele gebied en we spraken af; we zouden aan onze gidsen vragen of Fiona nog leefde en waarom ze zich niet liet pakken.
Mijn gidsen zeiden dat de angst groter was dan haar wil te overleven, dat het zo goed was en dat we haar los moesten laten, ik was er kapot van dat arme dier.
Op het moment dat ik het wilde mailen naar Teya kreeg ik haar mail, waar bijna hetzelfde instond alleen had zij nog gevraagd; waarom laat ze al die beelden zien aan Marly en waarom laat ze zich dan niet pakken.
Het antwoord daarop was: ze wil gevonden worden als ze over is. Maar twijfelkonten die we zijn hebben we het nog aan een andere vriendin gevraagd of zij het aan haar gidsen wilde vragen. Onze emoties speelden zo’n grote rol dat we het idee hadden dat we dat misschien wel beïnvloed hadden. Een uur later kregen we antwoord. Fiona was inderdaad over. Zij had hier zelf voor gekozen. Zij is nu met de wetenschap gegaan dat er mensen waren die zich wel om haar bekommerden en bleven zoeken en het niet opgaven. En met deze wetenschap kan ze aan een nieuw leven beginnen.
Nou er zijn wat traantjes gevloeid, van verdriet maar ook blijdschap dat die lieverd nu rust heeft. Dit was voor mij en mijn vrienden van de Collievereniging een hele bijzondere maar verdrietige ervaring. Toch kreeg ik weer een mailtje van Teya. Ze gingen zoeken. Het idee dat ze daar ergens lag. Ja, ik wilde wel mee.

De maandag erna ben ik naar Zuid Limburg vertrokken om 15.30 uur kwam Frans uit zijn werk en wij op weg naar Fiona.
Daar aangekomen was het net of ik terug kwam op een vakantie plaats, het was allemaal zoals Fiona het mij had laten zien.
Er was een groot weiland met heel hoog gras de boerderij en het maïsveld.
We hadden afgesproken, we zouden op en neer lopen met steeds een meter aan beide kanten, zodat we niks konden missen.
Onder het lopen betrok de lucht het werd donker en somber, ik had niet het gevoel dat ze daar ergens zou liggen. Ik maakte contact met mijn gidsen en vroeg: ligt ze hier? Er kwam een duidelijk nee. Ik zei waar dan? en het werd aangegeven waar we moesten zoeken. Maar één probleem, dan moesten we land over van een boer die al een hek op de oprit had, het zag er allemaal niet uitnodigend uit.
Frans was daar al eerder geweest dus vroegen we, hoe komen we daar, het was een stuk land aan de bosrand, een plek die Fiona me vaak had aangegeven, die ik netjes had doorgegeven aan het vrouwtje van Fiona die dan geen tijd had om te gaan kijken. Ja zei Frans, met de auto kan je naar het bos maar daar kun je niet komen geloof ik.
Wij er naar toe en het gekke was, ik stapte uit de auto en werd gewoon geleid, ik liep als een kieviet dwars door het bos en kwam uiteindelijk uit op een plek waar je een beekje over kon en daar stonden we op het veldje. We voelden alle drie dat ze hier duidelijk aanwezig was en nu nog, maar waar?
We vonden allerlei sporen wat wees op een hond, afdrukken van poten, een plek onder een boom waar ze gelegen heeft en vanaf die plek zag ik wat zij me allemaal had laten zien. De boerderij, het weiland, de schuur, de bosrand.
Ik kon er wel om huilen, wat mooi dat dit bestaat, dat dieren je dat gewoon kunnen laten zien al zit er 600 km tussen, afstand speelt dus absoluut geen rol.
Ik stond bij de boom en van daaruit liep een spoor, richting een bloemenveld allerlei kleuren bloemen. Ik dacht ik ga wat dichterbij, het was een ongerept stuk natuur zo mooi en vreedzaam wat je nog zelden tegenkomt. Ik zette mijn voet neer en hoorde een geluid en opeens sprong er een ree uit de bloemen en nam de benen.
Ik schrok me wezenloos en stond helemaal te trillen. Het hert was zich ook kapot geschrokken en nam het hazenpad.

Nadat ik bijgekomen was gingen Frans en ik het veldje af zoeken, we vonden allerlei sporen, maar Fiona lag daar niet. Hoe verder we weggingen van het plekje waar we vandaan kwamen hoe meer we het gevoel hadden, nee niet hier.
Teya was achter gebleven en wij gingen ook terug. Teya had ook contact gemaakt met haar gidsen en ze had gevraagd, zoek ik hier goed? Nee, iets meer naar links was het antwoord, bij die gele bloemen. Dat was dus op gelijke hoogte van de boom waar Fiona onder had gelegen. Dus wilden we dat stuk afzoeken, we hadden al wel besloten als we haar zouden vinden dan lieten we haar daar. Het was er zo mooi en zo’n serene rust, daar mocht ze niet weg, daar had ze zelf voor gekozen. En wie waren wij om haar daar weg te halen. We wilden dichter bij de gele bloemen, deze stonden vrij gecentreerd in het midden. Maar wat bleek, het was een moeras en onbegaanbaar. De modder zoog je vast en je kwam er moeilijk uit.Teya deed nog een poging, maar je kon er niet komen als mens.

We voelden duidelijk alle drie dat het goed was zo. Haar energie hing daar zo duidelijk, het was háár plek die zij had uitgezocht om deze boze wereld in haar ogen te verlaten. Het hele bijzondere van alles was, op het moment dat wij dat veld betraden scheen de zon en was het zo mooi, een ondergaande zon die door de hoge bomen het plekje verlichtte, en alléén op de gele bloemen. Daar waar Fiona lag volgens onze gidsen en wij dat ook duidelijk voelden. Teya had een bos bloemen gekocht om op haar laatste rustplaats te leggen.We stonden met zijn drieën aan de rand van het moeras en besloten om de bos bloemen te gooien in het moeras.
Het bijzondere was dat ook deze bloemen net als de zon terecht kwam in de gele bloemen. Het was dus goed zo. Fiona wilde niet gevonden worden, is over gegaan met de wetenschap dat er toch nog mensen waren die om haar gaven, het niet opgaven, iets wat haar vrouwtje allang gedaan had en mij heel verdrietig maakte. Deze was al bezig met een nieuwe hond en had zich er al gauw bij neergelegd.
Er waren zoveel aanwijzingen en tekenen net zoals dat reetje wat weg vloog. Frans zei, dat reetje was symbolisch. Wat doen reeën bij angst, ze verstoppen zich net zolang tot dat je er bijna opstaat en dan vluchten ze. Zo was het leven van Fiona ook angst, angst en nog eens angst. Zij heeft aanwijzingen gegeven. Ze heeft Frans zien zoeken, horen fluiten, maar de angst was groter dan zich te laten pakken.

Meisje, meisje wat ben je bang geweest. Nu ben je vrij, verlost van al je blokkades van dit leven en kan straks, als de tijd er is, aan een nieuw leven beginnen met meer vertrouwen in je dan je ooit dit leven hebt gehad. Rust zacht lieve Fiona.